Home
De Eunos Cosmo
De Eunos Cosmo
De motor
De turbo
De transmissie
Het interieur
De data
Video
Type
Het wagenpark
Miniaturen
Foto's
4 Sale
Drukwerk
Project MX-03
De rotatiemotor
De rotatie familie
Folders
Links
Contact

De turbo

Bij toepassing van een turbo wordt de lucht niet de motor ingezogen, maar ingeblazen.

Eerst uitleg over wat een turbo nou precies is. Een turbo bestaat uit een behuizing (de 2 slakkenhuizen) en 2 schoepenraden, welke verbonden zijn met een centrale as. Het turbine gedeelte van de turbo wordt verbonden met de uitlaat. Aan de onderkant komen de uitlaatgassen de turbine binnen, aan de achterkant verlaten de uitlaatgassen de turbine. De uitlaatgassen zorgen ervoor dat het turbinewiel gaat draaien, en hoe meer gas er door de turbine gaat, hoe harder het turbinewiel gaat draaien, tot wel 100.000 toeren per minuut.

Aangezien de turbine en de compressor met elkaar verbonden zijn, gaat ook het compressorwiel draaien. De compressor is echter niet verbonden met de uitlaat, maar met de inlaat. Aan de voorkant komt koude buitenlucht de compressor binnen, aan de rechtse kant verlaat de lucht de turbine naar het motorblok toe. Echter, omdat het compressorwiel met een grote snelheid rond draait, wordt de inlaatlucht onder druk gezet en gecomprimeerd. Deze druk noemt wel in spreektaal de turbodruk, en dit is dus de overdruk ten opzichte van de buitenluchtdruk.
Koude lucht wordt gecomprimeerd de motor ingevoerd (hier via een intercooler), en de uitlaatlucht verlaat via de turbo de auto. De kracht van turbotechniek is dus dat er per slag van de rotor meer lucht in de motor kan worden gebracht. En dus ook meer brandstofmengsel. En meer mengsel zorgt voor een krachtiger verbranding, en dus meer vermogen.

Wat is de werking van de twin turbo.

De eerste (primaire) turbo draait sneller rond doordat het de uitlaatgassen van de 3 rotors ontvangt. Dit resulteert in meer koppel bij lagere snelheid en het turbogat te elimineren. Elke turbo heeft uitlaatgassen nodig om te acceleren. Dat betekend dat je altijd eerst even gas moet geven, om de boel op gang te krijgen. Hierdoor is er altijd een "turbogat" bij het gasgeven. Bij ongeveer 3500 tpm komt de tweede turbo tot leven. Op dit punt krijgt de eerste turbo het lastig de motor en springt de tweede turbo bij om te assisteren bij de doorstroming + vermogen en de motor te blijven voeden.
Met beide turbo's aan het werk is de goede doorstroming verzekerd. Dit resulteert in een geweldige performance met de van nature flexibele en makkelijke rotatie motor.

Eunos Cosmo Club  | info@eunoscosmoclub.nl

to Top of Page